Latijnse naam: Prunus armeniaca
De abrikoos is lid van de Rosaceae-familie. Abrikozen komen oorspronkelijk uit Centraal-Azië, zo meldt een onderzoeksteam. Ze groeien van oorsprong in China en een gedeelte van Perzië. De Europese abrikozenvariëteit is waarschijnlijk vanuit Perzië, via Noord-Afrika terecht gekomen in Zuid-Europese landen. Deze Europese abrikoos is later als eerste ingevoerd in de Amerika's.
In onze tijd worden de meeste abrikozen geproduceerd in Turkije.
Een wetenschappelijk team is altijd geïnteresseerd naar traditionele inzet van een geneesplant, want misschien levert dit een nieuw gebruik op in onze tijd.
In de Himalaya groeien wilde abrikozen. Deze wilde abrikozen bevatten veel zuren en hebben een laag suikergehalte. Ze worden traditioneel gedroogd, verwerkt tot jam en er wordt chutney van gemaakt.
Sinds de oudheid worden er al fruitrepen gemaakt op basis van gedroogde abrikoos.
De abrikoos wordt in het Himalayagebied ook verwerkt in een saus. Tomaten en abrikozen worden in gelijke hoeveelheden met elkaar gemengd, gekookt en warm gemaakt zodat je een saus krijgt.
Overigens kenden men in de oudheid geen tomaten in die regio, en moeten er destijds andere vruchten of groenten in de saus hebben gezeten.
Van de pitten wordt een olie gemaakt die om medicinale redenen en cosmetische toepassingen wordt gebruikt. De olie kan een onderdeel zijn van gezichtscrème en lipbalsem.
Traditioneel worden ook de houtachtige schillen gebruikt, om te verbranden en je warm bij te houden, of om op te koken.
In de Chinese en Japanse volksgeneeskunde is de abrikoos al sinds de oudheid een traditioneel medicijn bij astma, bloedarmoede, kanker, maagproblemen, darmstoornissen, en het zorgt voor een snel herstel van vermoeidheid, hoest en diarree.
Verder wordt het fruit aangewend bij onvruchtbaarheid, oogontstekingen, en krampen, zo meldt een studie.
Een zadenpasta kan een uitkomst beden bij vaginale infecties.
In hele kleine hoeveelheden wordt de abrikozenpittenolie gebruikt als medicijn bij astma, hoest en constipatie.
Deze kleine hoeveelheden zijn belangrijk, aangezien de olie cyanide bevat.
Een afkooksel van de schors wordt gebruikt als astringent middel tegen geïrriteerde huid.
De vruchten worden gebruikt als antidiarreemiddel. Verder is het een antikoortsmedicijn, en wordt de dorst ermee gelest. De zaden zijn een tonicum, een versterkend middel voor het hele lichaam. Ze worden vooral gebruikt bij leverproblemen, aambeien, oorpijn en doofheid.
De olie van de abrikozenpitten is een traditionele babyolie, haarolie en een cosmetische olie die wordt gebruikt voor massages.
De abrikozenpittenolie wordt traditioneel gebruikt om mee te koken en als lampolie, maar het wordt vooral gebruikt om rugpijn en gewrichtspijn mee tegen te gaan.
Verder wordt de olie met een klein beetje zout gemengd en gegeven aan mensen met maagzuur.
De cake, een ander woord voor residu, die overblijft na het persen van de olie is ongeschikt voor consumptie door mens en dier want er zit teveel cyanide in. Deze zogenoemde cake wordt gebruikt als bemesting voor het land.
Tegenwoordig kan er een essentiële olie uit de cake worden bereid, die ongeveer gelijk is als amandelolie.
Na de bereidingswijze voor essentiële olie, is deze cake vrij van cyanide.
Deze cake wordt niet zozeer door mensen gegeten maar wel gegeven aan dieren als aanvulling op het voedsel.
In abrikozen zitten anthocyaninen, wat hele gezonde stoffen zijn, ondanks de gelijkenis met de naam hebben ze niets te maken met het giftige cyanide.
Deze anthocyaninen bepalen de oranje kleur, niet alleen in abrikozen maar in vele vruchten zijn het anthocyaninen die de rode, oranje, blauwe of paarse kleur bepalen.
Anthocyaninen hebben ook medicinale eigenschappen. In abrikozen zitten ook fenolzuren, zoals chlorogeenzuur, neochlorogeenzuur, koffiezuur, p-coumaarzuur en ferulazuur.
Ook bevat het catechinen en epicatechinen. Flavonolen in abrikozen komen het meest voor als glucosiden en rutinosiden van quercetine en kaemferol. Rutine is een van die derivaten, en deze komt het meeste voor in de abrikoos.
Uiteraard bevat de vrucht ook vitaminen, carotenoïden, wat de precursors van vitamine A zijn, en polyfenolen. In 100 gram abrikozen zit bij sommige cultivars al 60 mg vitamine C, terwijl de ADH 80 mg is.
Het is evenwel belangrijk om veel meer dan 80 mg te eten, en dat halen we makkelijk als we een halve kilo groente en fruit eten, want de 80 mg is een ondergrens.
Als we meer groente en fruit eten dan wordt het risico op allerlei ziekten lager.
Als je je leven ernaar inricht, kun je met smoothies, soep en af en toe een snackvrucht makkelijk een kilo groente en fruit per dag eten.
Onderzoekers noemen chlorogeenzuur de dominante fenolische component in abrikoos.
Chlorogeenzuur is vaak onderzocht. Het blijkt wetenschappelijk bewezen medicinale werkingen te hebben als antioxidant, diabetesmiddel, ontstekingsremmend middel en het werkt tegen kanker.
In hun onderzoek wilden de wetenschappers graag achterhalen of de abrikoos ook goed is als antibacterieel middel.
Men onderzocht het op vier notoire pathogene bacteriën, namelijk, Escherichia coli, Salmonella enteritidis, Pseudomonas flourescens, en Helicobacter pylori.
Het blijkt prima te werken tegen deze organismen, en het werkt tegen S. enteritidis en H. pylori zelfs beter dan twee soorten standaard antibiotica.
Het fruit wordt traditioneel gebruikt als antidiarreemiddel, en deze onderzoeksresultaten ondersteunen deze toepassing, aangezien diarree vaak wordt veroorzaakt door bacterieproblemen.
Chlorogeenzuur is van nature veel aanwezig in de abrikoos.
Onderzoekers zien dat naast het fruit ook de zaden over antibacteriële activiteit en antischimmelwerking beschikken.
Het werkt tegen de bacteriën Escherichia coli, Proteus mirabilis, en Staphylococcus aureus.
Ook heeft het een schimmelwerende werking op Candida albicans, Candida glabrata en Candida parapisilosis.
In de pitten zitten tevens veel fytonutriënten met hoge antioxidantwaarden.
Deze resultaten ondersteunen het gebruik van olie en abrikozenpitten in de traditionele geneeskunde.
Wat de hele abrikozenpitten betreft is het goed om te weten dat je er veilig 5 per dag kan eten, dan kun je niet te veel cyanide binnen krijgen.
Besef dat elke plantenstof een medicijn is, als het maar in de goede hoeveelheid wordt gegeten. Dus als cyanide slechts in hele beperkte mate wordt gegeten, maximaal 5 abrikozenpitten per dag, dan is het een medicijn.
Onderzoekers uit India zien dat een extract van het fruit helpt tegen diabetes mellitus. In hun onderzoek gaven ze ratten diabetes, en het bleek dat ze daarvan genezen als ze abrikozen extracten te eten kregen.
Ze gebruiken een extract omdat dat wetenschappelijk goed vast te stellen is, en een onderzoek met een extract reproduceerbaar is voor andere wetenschapsteams.
Maar dat betekent op zich dat het fruit goed werkt tegen diabetes. Het helpt om de glucoseniveaus in het lichaam te nivelleren. De onderzoekers noemen abrikozen daarom een anti diabetes fruit.
Dezelfde onderzoekers uit India hebben veel andere onderzoeken gebruikt om tot hun bevindingen te komen.
Uit deze onderzoeken blijkt dat abrikozen diverse medicinale werkingen hebben die bewezen zijn door wetenschappers:
Verder zien de onderzoekers dat abrikozen een veilig, niet giftig middel is dat geen bijwerkingen kent.
Het blijkt vaker zo te zijn dat bladeren van fruitbomen ook medicinale aanwendingen kunnen hebben, zo ook abrikozenblad.
Oxidatieve stress in de hersenen wordt gelinkt aan een disfunctioneren van de mitochondrieën, de celonderdelen die voor het zuurstofmetabolisme zorgen.
Daarnaast wordt deze oxidatiestress gelinkt aan neuronenverlies, verstoorde werking tauproteïnen en verstoring van de metaalhomeostase.
Dat laatste houdt in dat zware metalen te veel opgehoopt kunnen zijn in de hersenen.
In de neuronen van ons brein zijn allerlei parameters van een gezond functioneren verminderd, zoals de antioxidantniveaus, vitamine C, urinezuur, vitamine E en lichaamseigen antioxidant enzymen zoals superoxidedismutase, catalase en glutathionereductase.
Er is sprake van verhoogde lipidenperoxidatie in de hersenen als men de diagnose de ziekte van Alzheimer heeft gesteld.
Men vindt dan in de hersenen allerlei vormen van lipidenperoxidatie zoals isoprostanoïden, en reactieve aldehyden als malondialdehyde, 4-hydroxynonaal, en 2-propenaal.
Verschillende plantextracten zijn onderzocht als potentieel nieuw middel voor hersenbeschermende activiteit.
Daaronder zijn veel alkaloïden, polyfenolen, en terpenen. Veel werkzame neuroprotectieve stoffen bevatten antioxidantwaarde. Ook essentiële oliën bestaan uit monoterpen, sesquiterpenen en hebben in andere onderzoeken een hersenbeschermende werking vertoond.
Vandaar dat onderzoekers op zoek zijn gegaan naar de essentiële olie van bladeren van abrikozenboom en pruimenboom, om te checken of deze ook behulpzaam kunnen zijn bij neurodegeneratieve ziekten als de ziekte van Alzheimer.
Dat blijkt inderdaad het geval. Men ziet een sterk beschermende werking voor de hersenen in beide van deze oliën, vooral omdat ze over diterpenen beschikken en synergische werking vertonen.
Men verwacht dat ze in de toekomst een goed middel kunnen blijken te zijn tegen meerdere neurodegeneratieve ziekten.
Voor mensen is cyanide giftig in grote hoeveelheden, maar dieren kunnen deze stof beter omzetten in nutriënten voor hun lichaam.
Kippen die worden gekweekt in een koude woestijn, op grote hoogte, blijken baat te hebben bij een zaadextract van abrikozen, zo blijkt uit onderzoek. Wetenschappers willen steeds vaker alternatieven aandragen voor allerlei synthetische medicijnen.
Het blijkt dat de kuikens een betere groei, beter immuunsysteem en hogere antioxidantniveaus laten zien als ze het zaad te eten krijgen.
Overigens krijgen ze in het onderzoek maar een heel klein beetje zaad toegediend, 200 mg per kilo lichaamsgewicht. Voor mensen zou betekenen dat iemand van 75 kilo 15 gram zaden zou gebruiken.
Het is dus een supplement, of nutraceutical voor de kuikens. Het onderzoek is vooral uitgevoerd om kuikens die in de Himalaya opgroeien te voorzien van een betere voeding zodat ze zijn opgewassen tegen de ziekten die daar kunnen optreden.
Tegelijkertijd kunnen de zaden die normaal worden weggegooid worden gebruikt voor het grootbrengen van kippen, en hoeft men niets weg te gooien.