Latijnse naam: Morus alba
Moerbeien zijn alleen te koop in het juiste seizoen. Je kunt zelf moerbeienstruiken in de tuin hebben om er meer van te genieten. Moerbeien komen van oorsprong uit China, maar nu worden ze overal in Azië, Europa, Afrika, India en de Amerika's gekweekt.
In China werden vroeger moerbeien gegeven aan zijderupsen als voedsel. De morus alba is eigen;ijk de witte moerbei, maar de medicinale eigenschappen voor andere soorten moerbeien zijn vergelijkbaar.
In de traditionele geneeskunde worden moerbeien gebruikt als medicijn tegen ontstekingen, vochtophopingen of oedemen, koorts, hoge bloedsuikerspiegel en huidproblemen.
In China worden moerbeien vooral gebruikt om het gezichtsvermogen te verbeteren en het is een middel om leverschade tegen te gaan.
In het Midden-Oosten worden moerbeien gebruikt tegen diabetes en het is een middel tegen vroegtijdige grijze haren.
Wetenschappers onderzoeken de traditionele geneesmethoden met het oog op nieuwe toepassingen.
In moerbeien zitten volgens een onderzoek allerlei stoffen die in andere vruchten niet zitten zoals morusimidezuur A-F. Verder bevat het 16 pyrrole alkaloïden, waaronder morrole B, C, D, E en F.
Ook zitten er veel belangrijke aminozuren voor het menselijk lichaam in deze vrucht, met name isoleucine, leucine, threonine, lysine, valine, fenylalanine, tyrosine, tryptofaan, histidine, methionine en cysteïne.
Organische zuren in de moerbei zijn malidezuur, succinidezuur, citroenzuur, tartaarzuur, acetidezuur. Verder bevat het linoleen, myristidezuur, stearidezuur, palmitinezuur en alfalinoleïnezuur.
Ook bevat het vruchtje veel anthocyaninen en flavonoïden. Het flavanol rutine zit er het meest in, op de voet gevolgd door morine, quercetine en myricetine. Vitamine C en vitamine E zitten er ruimschoots in.
Een ons moerbeien is genoeg voor anderhalf keer de ADH aan vitamine C. Verder is het een vezelrijk vruchtje, en vezels zijn erg gezond voor de darmen..
Onderzoekers merken op dat er meer onderzoeken zijn gedaan naar de bladeren van de moerbeienstruik dan naar het vruchtje zelf. Het blijkt dat het vruchtje goed is om hyperlipidemie tegen te gaan, een aandoening die bij mensen met diabetes en cardiovasculaire aandoeningen wordt gezien. Tegelijkertijd verlaagt de moerbei een te hoog gehalte aan cholesterol.
Verder wordt de vetvertering van levervetten beter geregeld door de moerbei.
In een onderzoek onder 58 mannen met verhoogd cholesterol blijkt dat na 6 weken 45 gram moerbeien per dag eten het cholesterol significant is verlaagd.
Door de goede werking op hyperlipidemie en door de antioxidantwerking, waardoor voorkomen wordt dat LDL cholesterol gaat oxideren, is de moerbei kandidaat om als natuurlijke cholesterolverlager te dienen.
Ook een ander onderzoek meldt dat moerbeien goed voor het hart zijn. Dat komt vooral door de stof morusinol, die in staat is om de bloedplaatjes te activeren en het risico op hartfalen en hartaanval te verkleinen.
Wetenschappers melden dat diabetes een ziekte is van verhoogde bloedsuikerspiegel, verstoorde insuline secretie, en allerlei factors die hetzelfde zijn voor cardiovasculaire aandoeningen, zoals oxidatieve stress. In een onderzoek op proefdieren blijkt dat moerbeien de bloedsuikerspiegel kan verlagen. De onderzoekers zagen dat alfaglucosidase wordt beïnvloed door moerbeien.
De extra aanmaak van lichaamseigen antioxidantenzymen die in gang wordt gezet door moerbeien is mede verantwoordelijk voor de antidiabetes werking. Door de anthocyaninen wordt het cardiovasculaire aspect van diabetes verminderd, want alle parameters op dat gebied dalen door deze sterke ontstekingsremmende stoffen.
Een ander onderzoek maakt melding van het feit dat er ''antidiabetische flavonoïden'' in moerbeien zitten.
Men isoleerde de stoffen rutine en 3QG en deze stoffen waren in staat om insulineresistentie in lichaamscellen van diabetici tegen te gaan.
De glucose opname wordt verbeterd door deze stoffen, zo ziet men.
Een groot gedeelte van de ziekteverschijnselen die zich voordoen bij cardiovasculaire aandoeningen en diabetes gelden ook voor obesitas.
Misschien moeten we gaan spreken van cardiabesitas, aangezien deze ziekten verschillende uitingsvormen van dezelfde oorzaken zijn.
Een oorzaak van obesitas is insulineresistentie, want hierdoor wordt meer orgaanvet aangemaakt om het overtollige suiker een tijdelijke plek te geven.
De glucosevertering wordt aangespoord door stoffen in moerbeien, waardoor obesitas verminderd wordt.
Moerbeienfruit kan tegelijk met het verbeteren van de stofwisseling van glucose, de vetstofwisseling een slinger in de goede richting geven, waardoor de ziekte obesitas afneemt in ernst.
Aansluitend op bovenstaande werking voor 'cardiabesitas', zien onderzoekers dat de leverwerking wordt gestimuleerd door stoffen in moerbei.
Leververgroting wordt verminderd, maar een goed werkende lever betekent eveneens dat de spijsvertering, vetvertering, suikervertering en proteïneomzettingen meer adequaat kunnen worden uitgevoerd.
Bovendien is de lever het belangrijkste orgaan voor ons immuunsysteem, want de lever maakt stoffen aan die ons immuunsysteem versterken, niet in de laatste plaats lichaamseigen antioxidant enzymen zoals superoxidedismutase, catalase en glutothione.
Deze stoffen werken bij alle drie de voorgaande ziekte als een lichaamseigen medicijn.
Uit onderzoeken blijkt dat de biochemische synthese die leidt tot de situatie van oxidatieve stress wordt gestopt door stoffen in moerbeien.
Een darmkanker is de meest voorkomende kanker in de wereld, zo delen wetenschappers.
De Helicobacter pylori bacterie, helpt mee om een kankertumor te laten ontstaan. De antibacteriële werking van moerbei, samen met de ontstekingsremmende werking, helpt om deze kankersoort te voorkomen.
Uit een andere studie blijkt dat moerbei ook werkt tegen leverkankercellijnen.
Deze studies worden in eerste instantie gehouden door stoffen los te laten op kankercellen in een laboratorium, op die manier wordt de potentiële antikankerwerking in kaart gebracht.
Fruitinname van bepaalde soorten wordt geassocieerd met een langzamere degeneratie van ziekten zoals de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, ischemische ziekten en verouderingsverschijnselen in de vorm van cognitieproblemen zoals geheugenverlies, aandachtsverlies en verlies van het vermogen om dingen te leren.
Anthocyaninen en cafeïne zijn stoffen die goed zijn voor de hersenwerking. Breinveroudering wordt tegenwoordig door wetenschappers als een ziekte gezien, wat mede inhoudt dat het niet nodig is om oud te worden met allerlei kwalen op cognitief gebied.
Je kunt gezond blijven als je op iets oudere leeftijd doorgaat met het innemen van extra b antioxidanten, vooral uit bessen. Frambozen, bramen, zwarte bessen, aardbeien, aalbessen, kruisbessen, moerbeien, blauwe bessen en kersen worden genoemd als anthocyaninenrijke vruchten die een goede bijdrage leveren aan het voorkomen van breinveroudering.
Neuroinflammatoire processen, wat een wetenschappelijke term is voor ontstekingen op celniveau in het brein, worden thans gezien als de belangrijkste factor in het ontstaan van hersenziekten.
Het brein kent minder op antioxidanten gebaseerde verdedigingsmechanismen dan andere organen. Een extra complicatie is dat neurotransmitters een dubbele rol spelen, want ze kunnen ook in de stand komen dat ze zelf oxidatieve stress veroorzaken. Deze stand wordt getriggerd door een tekort aan gezonde voedingsstoffen.
Onderzoekers zien dat antioxidanten die in staat zijn om de hersenbloedbarrière te overbruggen een paar dingen doen. Ten eerste zijn ze in staat om metaalionen te cheleren. In de hersenen ontstaan in de loop van het leven een ophoping van zware metalen, die zo giftig zijn dat het lichaam ervoor kiest ze niet af te voeren, aangezien ze allerlei schade kunnen aanrichten aan lever, bloedbaan, nieren en urinewegen.
Als sterke antioxidanten zich aan deze metalen binden dan wordt eventuele schade op deze manier voorkomen.
Een andere belangrijke werking is dat de anthocyaninen de leverwerking ondersteunen waardoor er meer lichaamseigen antioxidanten in het lichaam komen.
Deze zijn nog beter dan andere antioxidanten in staat om hersenschade te neutraliseren.
Een derde werking is et voorkomen van het erger worden van hersenschade door anthocyaninen en cafeïne.
Dat is belangrijk want op deze manier wordt het degeneratieve aspect van de ziekte een halt toegeroepen.
Wanneer een persoon een herseninfarct krijgt, is er sprake van zuurstoftekort in het brein. Dit zorgt voor vervelende gevolgen, maar moerbeien blijken in staat om de schade die in hersengebieden ontstaat tegen te gaan.
Bij hersenischemie kunnen hersencellen zichzelf opheffen en gaan dan dood. Maar moerbeien kan voorkomen dat te veel neuronen zichzelf opheffen, waardoor de hersenschade beperkt blijft.