Lao Tze, Te-Tao Ching:
-De weg naar de hemel is als het spannen van een boog,
het hoge gaat naar beneden, het lage omhoog.-
Latijnse naam: Fagus sylvatica
Beukennootjes zijn nauwelijks onderzocht op hun bruikbaarheid als olie en nootjes. Het is bekend dat er een kleien beetje cyanide zit in beukennootjes, maar niet in de olie. Van de beukennootjes kun je er maximaal 15 per dag eten. De olie werd in de Tweede Wereldoorlog gebruik als alternatieve bakolie.
Een van de redenen dat we dat niet gebruiken is vredestijd is dat de beuk heel onregelmatig een goede oogst heeft aan beukennootjes. Pas eens in de tien jaar heeft de beuk een goede oogst aan nootjes, en het kan zijn dat dat te onhandig is voor boeren.
Beukennootolie wordt volgens onderzoekers sinds antieke tijden gebruikt
In Europa vanwege zijn goede smaak en zijn hoge stabiliteit, je kan het lang bewaren en het blijft goed als je ermee frituurt. De toxische waarde van beukennootjes zelf is erg laag en de olie bevat geen toxiciteit.
Toch wordt de olie niet commercieel gemaakt. Het is niet helemaal duidelijk waarom de Noord-Europeaan zijn neus ophaalt voor beukennootolie maar wel olie gebruikt die van ver wordt gehaald.
Beukennootolie en beukennootjes zijn nauwelijks onderzocht op nutritieve waarde en medicinale waarde.
Doordat ze gemiddeld maar eens in de 10 jaar vol met beukennootjes zitten, is de bron aan beukennootjes gelimiteerd.
In het wild maken natuurbeschermers hier zich soms druk om, want ze denken dat de beuk niet genoeg capaciteit heeft om zich te verspreiden.
Soms is het een paar maanden droog na een oogst van beukennootjes, en kunnen de zaden niet tot ontkieming komen, melden overbezorgde wetenschappers.
beukennootjes kunnen worden gegeten, maar je moet er niet te veel van eten.
Er zit een heel klein beetje cyanide in. Toch kun je er ongeveer 15 rauw eten.
In een beukennotenolie zit geen cyanide, maar de cake, het residu van het olie persen, is niet eetbaar, want daar is de concentratie cyanide net iets te hoog.
De cake kan worden gebruikt als meststof voor op het land.
Van beuken kun je ook de jonge, groene blaadjes eten. Deze zijn lekker.
De oudere bladeren zijn te hard en vezelig. Groene jonge beukenblaadjes kun je eten als een groente.
Je kookt ze of blancheert ze en kunt ze daarna behandelen als elke andere groente.
Er is slechts één onderzoek gedaan naar de vetcompositie van beukennootjes. Dit onderzoek is uit 1989. Toen werden er andere namen gebruikt voor vetten, dus het is moeilijk om de inhoudsstoffen te vergelijken met inhoudsstoffen van andere noten.
Beukennootjes bevat voor 40.7 % olie. Er zit voor 94% triacylglycerolen in, namelijk linoleenzuur en oliezuur, gevolgd door palmitinezuur, gadoleïdezuur, linolzuur en stearidezuur.
Dat is wat we nu een vorm van meervoudige onverzadigde vetzuren noemen. Verder bevat het 0.8 % diacylglycerolen, 0,3% monoacylglycerolen, wat een enkelvoudig vetzuur is.
Ook de volgende categorie kennen we niet meer, 0,5 % aan vrije vetzuren.
Deze zogenaamde vrije vetzuren bestaan uit vele verschillende vetten en hebben allemaal specifieke medicinale werkingen, maar in 1989 werden ze nog op een hoop gegooid.
Verder bevat het 0.7% fosfolipiden en 0.9 % sterolen. 2% van de stoffen was ongeïdentificeerd. In onze tijd zouden deze stoffen waarschijnlijk wel geïdentificeerd kunnen worden
Er zit in ieder geval het meest oliezuur in beukennootjes, en dat is een gezond meervoudig onverzadigd vetzuur.
De triacylglycerol die in het beukennootje zit wordt nu meer specifiek trygliceriden genoemd.
Deze stoffen zitten niet alleen in planten maar ook in het bloed, en staan erom bekend dat ze in geoxideerde vorm een rol spelen bij het ontstaan van aderverkalking en andere cardiovasculaire aandoeningen. Het innemen van trygliceriden uit noten is, zo blijkt uit onderzoek, gezond.
Het kan goed zijn dat deze trygliceriden de geoxideerde trygliceriden in het bloed vervangen, aangezien artsen telkens zien dat het geoxideerd bloedvettenniveau, of trygliceridenniveau daalt bij het regelmatig innemen van noten.
Het Duitse woord voor zowel beuk als boek is Buch, dat komt omdat de boekdrukpers in Duitsland is uitgevonden en de eerste boeken zijn gedrukt.
Verder lezen: