Verzadigd vet zoals roomboter en kokosolie is in de 20e eeuw lange tijd onterecht ervan beschuldigd dat ze hart- en vaatziekten veroorzaken. Wetenschappelijk onderzoek laat blijken dat dit een onjuiste visie is. Vanaf het derde millennium van onze jaartelling weten we dat roomboter en kokosolie geen hart- en vaatziekten veroorzaken maar deze juist bestrijden. Toch adviseren officiële overheidsinstanties en aan multinationals gelieerde werkgroepen als het voedingscentrum nog steeds dat je beter plantaardige olie kunt nemen om in te bakken dan roomboter.
Margarine werd lange tijd geprezen als zijnde gezonder dan roomboter. Deze tijd van lof voor de voedingsindustrie is nu voorbij. De industrie weet van plantaardige oliën iets ziekmakend te produceren, net als vele bakoliën in de schappen van de supermarkt.
In supermarktoliën zit een grote hoeveelheid transvetten en vrijwel geen voedingsstoffen. Je kunt veel beter roomboter of kokosolie gebruiken om in te bakken. In de hele 20e eeuw is de opmars van plantaardige oliën onstuitbaar gebleken en de opmars van kanker en obesitas loopt daar vrijwel parallel aan.
Dat is geen toeval; er is een sterk verband tussen kanker, obesitas en oliën uit de supermarkt die een te grote hoeveelheid omega 6 en linolzuur bevatten terwijl ze zijn ontdaan van geneeskrachtge componenten als omega 3, vitaminen, mineralen, flavonoïden, fenolzuren, lignanen, tanninen en andere secundaire metabolieten..
Vele voedingsdeskundigen kunnen je melden dat in bakoliën uit de supermarkt te veel omega 6. zit. Dat is op zich waar. Deze omega 6 is echter geen essentieel vetzuur. Op zich zijn omega 3 en omega 6 essentiële vetzuren maar de omega 6 uit plantaardige olie uit de supermarkt is een afgeleide vorm van omega 6. Het is een gedegenereerde vorm. Als het enkel basis omega 6 was geweest dan had het geen probleem opgeleverd'; het lichaam had er dan andere vetzuren van gemaakt.
De supermarktoliën zijn bewerkte oliën. Vaak zijn ze gemaakt van plantaardige producten die zeer goedkoop zijn maar die door onze voorouders nooit zijn gebruikt om in te bakken. Voorbeelden hiervan zijn: soja-olie, maisolie, koolzaadolie en raapzaadolie. Maar ook de zonnebloemolie, olijfolie en arachide-olie uit de supermarkt zijn allemaal bronnen van een schadelijke en ontstekingveroorzakende vorm van omega 6. Verder zit er relatief veel linolzuur in een supermarktolie. In tegenstelling tot wat sommige fabrikanten beweren is linolzuur niet echt gezond in omdat het niet gepaard gaat met omega 3.
Door het industriële fabricageproces van supermarktolie worden de zeer gezonde omega 3 vetzuren en andere belangrijke vitaminen en mineralen uit het vet gehaald. Daarom is het beter om koudgeperste zonnebloemolie, olijfolie, hennepolie, kokosolie en walnootolie te gebruiken.
Om in te bakken komen eigenlijk alleen kokosolie en zonnebloemolie in aanmerking. Let er wel op dat je nooit langer dan 5 minuten iets bakt in zonnebloemolie en dat je alleen de biologische zonnebloemolie koopt.
Voor kokosolie maakt dat niet uit; hierin blijven alle gezonde stoffen bewaard, ook al verhit je het lang op 180 graden. Bakken in roomboter, zoals je oma of overgrootmoeder deed, is ook zeer gezond.
Waarom is linolzuur eigenlijk niet goed? Dat komt omdat het in de celmembranen gaat zitten. Het is een alternatief vet voor de celmembraan. Normaal gesproken wordt omega 3 vetzuur als bouwstof voor het celmembraan gebruikt maar helaas nemen we te weinig omega 3 tot ons als we op supermarktoliën vertrouwen.
Omega 3 is een vetzuur dat zuurstof aan zich bindt en afgeeft aan de cel zelf. Linolzuur kan dat niet. Het zuurstofmetabolisme is belangrijk voor een cel. Als een lichaamscel een zuurstoftekort van 35% heeft, zijn de basisvoorwaarden geschapen om een gezonde lichaamscel in een kankercel te doen ontaarden.
Er is nog een reden waarom linolzuur niet goed is. Linolzuren hebben twee of meer verbindingen en zijn daardoor veel meer vatbaar voor schade die vrije radicalen veroorzaken. Hierdoor heeft bijvoorbeeld zonnebloemolie uit de supermarkt een kankerveroorzakende werking, zo blijkt al in 1996 door een Zweeds onderzoeksteam te zijn bevestigd.
Linolzuren zijn zeer vatbaar voor lipideperoxidatie, een vorm van oxidatiestress die uiteindelijk kan leiden tot DNA-schade.
Het endotheel is een laagje cellen die de binnenkant van aders, hart en lymfevaten bedekt. Het gebruiken van supermarktolie kan leiden tot een endothele dysfunctie welke weer een mede-oorzaak is van aderverkalking.
Fins onderzoek uit 1998 zag dat nitrideoxide, een signaal hormoon wat geproduceerd wordt door het endotheel, minder werd geproduceerd door het gebruik van linzolzuurrijke oliën zoals zonnebloemolie. Hierdoor kan aderverkalking vrij spel krijgen. De Finse onderzoekers zagen om deze reden een grotere kans op aderverkalking, de bron van vele hart- en vaatziekten door het gebruiken van supermarktolie als zonnebloemolie.
In een onderzoek uit 1965 probeerde men de gezondheidseffecten van maisolie op het hart te meten. Twee mensen uit het onderzoek ontwikkelden hartziekten en twee mensen ontwikkelden diabetes; zij moesten noodgedwongen met het wetenschappelijke experiment stoppen. De uitslag onder de rest van de deelnemers van het onderzoek was dat maisolie niet medicinaal kan worden gebruikt tegen hartziekten en dat het ´mogelijkerwijs´ een schadelijk gevolg heeft voor hartziekten.
Er zijn daarna nog diverse onderzoeken verschenen die erop wijzen dat plantaardige, bewerkte supermarktoliën een risico vormen voor hartziekten. Helaas zijn deze onderzoeken lange tijd massaal genegeerd door de reguliere gezondheidszorg. Vele artsen negeren deze feiten nog steeds.
Het koken met een plantaardige olie en helemaal het frituren is ongezond. De oliedanpen veroorzaken longkanker, zo blijkt uit een Chinees onderzoek.
Uit een ander Chinees onderzoek uit 2005 blijkt dat het risico op longkanker wordt verkleind door het eten van groenbladige groenten, maar dat vleesproducten en gefrituurde producten de kans op longkanker vergroten. De oliedampen die vrijkomen bij het bakken zijn volgens het onderzoek een belangrijke risicofactor.
Wat er gebeurt als je groenbladige groenten eet, is dat de voedingsstoffen hierin de kankerverwekkende eigenschappen van industriële olie compenseren. Bladgroenten bevatten de voedingsstoffen die de supermarktolie ontbeert.
Vele schrijvers en onderzoekers merken op dat oliën uit de supermarkt misschien kunnen leiden tot kanker. Dat is een voorzichtige redenering die wetenschappers hanteren omdat als men harde claims maakt er andere wetenschappers zijn die hun aanvallen. Het probleem is namelijk dat de wetenschappelijke methoden ontoereikend zijn om een 100% claim te maken, ook al is het 100% duidelijk dat een supermarktolie tot kanker kan leiden.
Dit zijn slechts vijf voorbeelden van wetenschappelijke onderzoeken die een relatie leggen tussen supermarktolie en kanker. Een complete lijst zou een heel boek kunnen beslaan. Maar toch kunnen de wetenschappers niet hardop concluderen dat supermarktolie kanker veroorzaakt omdat er altijd mensen zijn die geen kanker krijgen.
Dat komt bijvoorbeeld omdat deze mensen meer kankerbestrijdend voedsel eten zoals kool en groene bladgroenten als waterkers. Helaas is geen enkel wetenschappelijk onderzoek erop gericht om het totale voedingspakket van mensen te onderzoeken in relatie tot de ziekten die men krijgt.
Bakken in olijfolie en kokosolie is in tegenstelling tot het gebruiken van andere oliën wel gezond. Een meta-analyse uit 2022 laat zien dat er voor wetenschappers genoeg bewijs is om te stellen dat olijfolie beschermt tegen kanker. Het probleem is echter dat er met olijfolie te veel wordt gefraudeerd.
Olijfolie valt van alle voedselsoorten het meest ten prooi aan voedselfraude. Maar liefst 80% van de olijfolie die in de winkel te koop is zou een minderwaardige oliesoort zijn die wat troebeler is gemaakt om op olijfolie te lijken.
In 2004 verscheen er een interessant onderzoek in de V.S. Uit een 39 jaar durende studie in vijf verschillende westerse landen blijkt dat er een duidelijk verband is tussen agressief gedrag zoals moord en het eten van supermarktoliën. De landen die onderzocht waren zijn Argentinië, de V.S., het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada.
Het blijkt dat olie met veel linolzuur, waaronder alle supermarktolie valt, een veel grotere kans geven op het plegen van moorden. De relatie tussen psychische stoornissen en olie is duidelijk omdat het brein zeer veel omega 3 bevat. Een tekort aan omega 3 voor het brein, leidt tot allerlei psychische stoornissen zoals prikkelbaarheid. Ook depressie en lichte psychische instabiliteit kan er een oorzaak van zijn.
Laatste update
5-12-2023
Kies hieronder waarover je vandaag wilt lezen
Rudolf Steiner: "Wetenschap wordt spiritueler en spiritualiteit wetenschappelijker."
Voeding en spiritualiteit zijn vormen van licht
De inhoud die hier wordt weergegeven kan niet worden weergegeven vanwege de huidige cookie-instellingen.
Deze website kan inhoud of functies aanbieden die door derden op eigen verantwoordelijkheid wordt geleverd. Deze derden kunnen hun eigen cookies plaatsen, bijvoorbeeld om de activiteit van de gebruiker te volgen of om hun aanbiedingen te personaliseren en te optimaliseren.
Deze website maakt gebruik van cookies om bezoekers een optimale gebruikerservaring te bieden. Bepaalde inhoud van derden wordt alleen weergegeven als "Inhoud van derden" is ingeschakeld.