In de literatuurgeschiedenis zijn alle hoofdpersonen van iconische verhalen moederloos en vaderloos. Of het nu Ciske de rat, Sjakie en de chocoladefabriek, Pippi Langkous, of het meest gelezen verhaal, Remi, Alleen op de wereld is, altijd is of de ouder net op een grote reis, of zijn ze al overleden, hetzij vertrokken naar onbekende bestemming. Zelfs in de meest beroemde stripboeken zoals Suske en Wiske, Kuifje, Asterix en Obelix, Lucky Luke en Olivier Bommel hebben de hoofdpersonen geen ouders.
Ook als ze in pittoreske dorpjes wonen, dan is de vader en moeder altijd afwezig, wat op zich een beetje gek is, daar ouders op aarde een belangrijke rol vervullen, en elk dorpje vrijwel alleen maar bevolkt wordt door ouders.
Ook in films is het zo. Elke kerst zendt de tv Homealone uit, waar net even geen ouders zijn in huis. Waarom is dit zo? Wat bezielt de schrijver om de lezers een verhaal voor te schotelen waarin de meest herkenbare figuren voor een mens op aarde geen rol hebben?
Als lezer moeten we ons kunnen inleven in de hoofdpersoon, en een verhaal is bedoeld om los te komen uit de aardse sferen.
We vergeten even ons eigen lichaam, en onze geestkracht, onze denkkracht, onze verbeeldingskracht wordt meegevoerd naar verre oorden.
We vinden het als geestmens heerlijk om mee te zwerven in andermans fantasie, We reizen per trein naar Italië, pakken daar het vliegtuig naar Afrika, nemen de boot naar Australië, gaan daar zwemmen in zee maar worden door een haai aangevallen.
Dan vluchten we net op tijd op een voorbij varend rietvlot dat wordt voortgetrokken door 7 dolfijnen.
Het liefst wonen we even in de buik van een walvis, of we vertoeven geestelijk in de magische realiteit van Pippi Langkous, Harry Potter, Tolkiens avonturen of andere fantasieverhalen.
Wanneer er in zo'n verhaal te lezen zou staan, dat de hoofdpersoon van moederlief even moest meehelpen afdrogen zoals elke avond, dan zouden we gelijk het boek dichtklappen of zappen.
Wat een teleurstelling zou dat zijn als Harry Potter elke avond na het eten staat af te drogen, terwijl hij jaloers, maar ergens ook liefdevol, zijn blik werpt op vader die in zijn vaste fauteuil al indommelend geniet van een welverdiende rust tijdens het 8 uur journaal, na een lange werkdag.
We willen op zielenniveau meegezogen worden, weg van de dagelijkse beslommeringen, en hoeveel we ook van hen houden, de ouders passen niet in een verhaal, terwijl voor ieder mens de ouders de belangrijkste mensen zijn, of anders wanneer we wees zijn, de pleegouders.
Dus het is opvallend dat in alle beroemde films, romans, maar ook stripboeken het fenomeen ouders geen rol hebben, maar hoe komt dat? Suske en Wiske, Donald Duck, Lucky Luke, ze hebben allemaal geen ouders.
Omdat als ouders prominent aanwezig zijn in een verhaal, we ons niet meer identificeren met de hoofdpersoon.
Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke, aardse gedachten en gevoelens over ouders, vaak positief, maar daar willen we op dat moment niet aan denken, want we waren meegesleurd op zielenniveau. Dat is een heel ander niveau dan het aardse niveau!
Toen we op dat rietvlot voortgetrokken werden door de 7 dolfijnen, die telepathisch tegen ons zeiden dat als we hen ooit nodig hadden, en we waren dichtbij zee, dan hoefden we alleen maar te zingen.
Want de gevoelens die mensen uit hun hart laten vloeien als ze zingen, vloeien door het water, en dolfijnen hebben de juiste antennes daarvoor, ze komen dan op die zingende gevoelens af.
Zelfs als ons vliegtuig in zee zou storten, dan hoeven we niet te wanhopen terwijl we ons vastklampen aan een wrakstuk in de oceaangolven, maar slechts uit volle borst te zingen, en de dolfijnen zouden ons veilig naar een dichtbij zijnde, bewoonde kust brengen, alwaar de strandgangers met hun smartphones het wonderlijke schouwspel gefascineerd vastleggen.
We hoeven niet eens mooi te kunnen zingen. Het gaat om het gevoel wat ermee uitgezonden wordt. Dat vertellen de dolfijnen, en als we zoiets in een verhaal lezen, dan begrijpen we dat op zielenniveau. We luisteren met onze ziel naar het verhaal, en wie is de vader en moeder van de ziel?
De ziel is niet een lijn met een begin en een eind. De ziel is rond, zonder begin en zonder eind.
Onze levensreis maken we rond de ziel, in spiraalvorm, maar toch vooral rond, en elke nacht, reizen we weer door vergeetland, door het land waar we niets van weten dan enkele flarden, want het is té anders dan de aarde.
Onze hersenen kunnen nog zo kronkelen, maar de andere droomwereld begrijpen doen we niet.
Hoewel, de dolfijn zei wel in onze droom dat de droomwereld exact dezelfde is als de wereld waar we heen gaan na onze aardse dood, na het uitstappen uit ons aards zielenvoertuig.
Ons levensdoel is eigenlijk overstappen. Als ons huidige lichaam een taxi van onze ziel is, dan moeten we naar een andere taxi overstappen, inschepen op een taxi die onze ziel in een andere wereld vervoert, dat moeten we doen in de uren na onze dood.
De nieuwe lichttaxi staat al te wachten op de standplaats. Echter, om dit lichtschip te bouwen, moeten we wel het licht hebben laten schijnen in ons hart, want zoals alle planten, alle bloemen, groeit ook ons nieuwe Lichtlichaam door Licht, en dat Lichtlichamelijk schip maken we zelf, en daarvoor hebben we geen vader en moeder nodig.
Door ons hart te richten op het licht, dat doorsijpelt in vele verhalen, zelfs in de Bijbel, kunnen we als een bloem worden, waarvan de bloembladen ontluiken.
En door de irritante en pijnlijke ervaringen in ons leven, door de insectmatige tergingen, wordt ook onze bloem bevrucht, waardoor we een lichtend vruchtlichaam creëren, wat weer vele zaden in zich heeft, waardoor ook anderen de mogelijkheid krijgen aangeboden om te ontluiken en baden in het licht.
Iedere levensvonk heeft de mogelijkheid een Godenvonk en Lichtschip te worden.
En dat is al zo vele malen gebeurd op aarde, vandaar dat het nu druk is!
De wereldbevolking is groot, omdat alle verlichte zielen een vrucht voortbrengen zoals de granaatappel.
Granaten betekent zaden, die zijn ingebed in minivruchtjes. Een zaadje in de granaatappel is in feite het begin van een microkosmos, een weerspiegeling van een kosmische levensvorm.
Een verlichte microkosmos brengt aldus honderden andere microkosmoi voort.
Geen ziel is verloren, allen hebben we de mogelijkheid terug te keren tot de paradijselijke natuurorde van voor de val.
Zo bezien zijn mensen die verlicht zijn, als de granaatappel waarin vele honderden andere zaden verborgen liggen, zodat vele andere zielen hun lichtlichaam kunnen creëren, teneinde hun reis aan te vangen richting de volgende natuurorde, die geheel buiten het wereldse gelegen is, maar waar we wel tijdens de droom en slaap even in vertoeven.
Zowaar we wat van de droom herinneren zijn vaak de reizen terug naar ons aardse lichaam. We schieten door de bolvormige sferen razendsnel terug alsof ons bewustzijnslijntje weer ingetrokken wordt, zoals het snoer van een stofzuigerslang zichzelf weer oprolt.
Dit zielenleven staat zo los van het aardse leven, dat het zelfs geen vader en moeder heeft. Wij zijn zelf de vader en moeder van het lichtkind wat in ons hart geboren kan worden, zolang we onze sluiers hoog genoeg laten opwaaien om het licht doorgang te bieden.
Door de golven en stormen op de levenszee, wuiven de sluiers soms opwaarts, en als we er niet verstrikt in raken, waaien ze helemaal weg en raken we ze kwijt, zodat de levensstorm in ons hart een waakvlam doet oplaaien.
En deze waakvlam kan, als hij correspondeert met het pure licht, en zeer gecontroleerd oplicht in de juiste vormverhoudingen, als een minutieus overdachte explosie in slow motion, het tweede lichaam, de tweede, waarlijk spirituele geboorte van de mens voortbrengen, zodat onze ziel een extra vehikel, een extra voertuig heeft.
Maar geen aards vehikel, nee, een ijl, etherisch ruimteschip, voor het betreden van ijlere, fijnstoffelijke werkelijkheden, waarin we vrijelijk kunnen bewegen om weer nieuwe invalshoeken van het leven te leren en ervaren.
Dus we worden dan kind, vader en moeder in 1, teneinde de ziel een nieuw lichaam te laten doen verwerven.
Dat, en niets anders, is de reden dat alle populaire romans, films en stripboeken geen vader en moeder als belangrijke hoofdpersoon hebben. Dit geldt ook voor musicals, opera's, ja voor alle verhalen. We hebben draken, muggen, rovers, koningen, walvissen, vrienden, vijanden, dolfijnen, wespen, honden, bijen, ooms en tantes nodig in verhalen,
Maar geen ouders, want de ziel heeft geen ouders, de ziel is zonder begin en zonder einde.
De ziel is een cirkel, misschien heeft het wel een begin, een kop, en een staart, maar de kop bijt de staart, als de Ouroboros, en dat stukje is precies het stukje vergeetland, dus dat herinneren we niet.
Doordat we niet begrijpen dat elk einde in zijn begin grijpt, zijn we vergeten dat we levende, figuurlijk gezien onsterfelijke zielen zijn, in een vergankelijk lichaam.
Maar dat geeft niet, want er zijn nog miljoenen reïncarnaties mogelijk om dit te leren. Dus maak je geen zorgen, als je in dit lichaam geen nieuw extra zielenvoertuig hebt opgebouwd.
Er is geen hemel, voor hen die geloven, er is wel een nieuwe natuurorde, waarin de zielen iets dichter bij God staan, een stuk dichter zelfs bij God staan dan op aarde.
Dus die voor de aardse mens compleet nieuwe natuurorde kunnen we rustig een Goddelijke Natuurorde noemen, of één van de 7 hemelen. Want wie beweert dat de reis ophoudt in het nieuwe lichtvehikel?
Elke lichtstraal, elk vonkje, elke lichtdeeltje dat reist op en door je hart, zal een onderdeel zijn van een nieuw lichtvoertuig, dat na het wegvallen van de stoffelijke dimensie een stuk makkelijker gecreëerd kan worden.
Op aarde hebben we een vader en moeder nodig om een lichaam te creëren, maar daarna moeten we het zelf doen.
We worden zelf onze vader en moeder, door ons te richten op het licht. Ons hoofd is dan een soort vader, en ons hart is de moeder, die na spirituele beraadslaging in tweespraak tot de zuivere overeenstemming komen, om tussen de dierlijke hartstochten in, een speciale kamer in te richten voor het nieuwe zielenlichaam, dat groeit wanneer het als een bloem zich richt op het licht.
Uit deze bloem zal door pijn, verdriet en ergernis een vrucht ontstaan. Dat is de lijdensweg, want de insecten die ziekten verspreiden, ons pesten, steken en in de weg zitten, die ons plagen en sarren, zullen tegelijkertijd de bloem bevruchten tot een nieuw etherisch lichtschip, waarin onze ziel de voerman kan worden, als de aardse tijd erop zit.
Je weet dat de voerman een sterrenbeeld is, in de vorm van een pentagram. Zo zullen wij zijn.
We zijn op zielenniveau vaderloos en moederloos, want we zijn zelf het voortbrengende en ontvangende beginsel in 1 nieuw lichaam.
Maar om het nieuwe zielenlichtschip te bouwen hebben we wel het licht nodig, de levenvoortbrengende kracht die het vaderlijke en moederlijke in 1 is, maar dan op 7 niveaus hoger.
Deze levengever is het hart van de levende kosmos, het is een begrip waarvoor onze hersenkronkels zich vergaand moeten expanderen om het te begrijpen, hoewel het ongrijpbaar is.
En door te richten erop, kronkelen onze zinnen grenzeloos ver buiten onszelf, en maken we het onkenbare inzichtelijk.
Het hart van de kosmos dat alle levensvormen doet voort spiraliseren tot ze zichzelf en hun plaats kennen ten opzichte van de lichttuinen die hen omringen, dat kloppende en voortstuwende hart, dat Kosmische Zonnehart dat haar licht straalt tot in elke uithoek van het hele Al, opdat niets duister blijft, wordt God genoemd.
Daarin waden we onze levensrivieren zodanig, dat we mee creëren en verspreiden het Liefdeslicht, opdat eens alle zaden ontkiemen en alle bloemen bloeien.
Natuurlijk wordt God ook de Vader genoemd, en hij is de Vader-Moeder van de ziel zelf, het levenschenkende principe, waardoor de ziel zichzelf overdenkt en doorgroeit tot een hogere vorm van Liefdeslicht.
De mens als microkosmische weerspiegeling van het Goddelijke beginsel, kan zo ook de Vader-Moeder van zijn eigen zielenvoertuig worden, teneinde dichter bij het bevatten van het Goddelijke Beginsel te komen.
Zo dijt de kosmos voortdurend uit, want het Licht blijft zich verspreiden.