Medicinale werkingen van Indische schaamteplant
Aeschynomene indica is een plant uit de peulvruchtenfamilie. In het Engels heet hij Indian jointfetch. De Duits naam is Indische Schampflanze. De hier gebruikte Nederlandse naam is een rechtstreekse vertaling uit het Duits. Deze medicinale plant die ook als wilde groente wordt geplukt groeit op eilandjes in heel de Pacifische Oceaan, de Caraïbische eilanden, de Indische Oceaan en hij is geïntroduceerd in Zuid-Amerika. Ook in Afrika groeit hij graag in een moeras of langs een rivier. Op het eiland Nieuw Guinea komt de plant van nature voor, net als in Maleisië.
Trivia Aeschynomene aspera
De naam schaamteplant komt eigenlijk van de plant die we in Nederland kruidje-roer-me-niet noemen. In het Engels heet deze shameplant omdat hij zijn bladeren toeknijpt als je hem aanraakt. Maar deze plant doet dat niet.
Men weet niet exact of dat de enige plekken waren waar de plant inheems is, omdat hij nu wijd verspreid is over vele tropische gebieden met natte ondergrond.
Waar groeit hij?
Aeschynomene indica houdt vooral van vochtige of zelfs drassige grond. In Nieuw Guinea leeft hij vooral aan de randen van het regenwoud en in moerasachtige gebieden.
Hij komt veelvuldig voor op onontgonnen terreinen, braakliggend grond en natte bodems van graslanden. Deze plant groeit ook graag tussen stenen en rotsen, als het maar nat genoeg is.
De ondergrond in Nieuw Guinea is vaak rotsachtig. Soms zijn dat koraalrotsen. De plant verspreidt zich als onkruid over het eiland.
Omdat het veel regent in de tropen doet hij het daar goed. In Afrika is het net een beetje te droog voor deze plant dus op dat continent komt hij niet echt voor, wel op enkele eilanden rond Afrika.
In het meer vochtige Zuidoost Azië wordt het als medicinale, eetbare, wilde groente gezien.
De plant groeit ook graag op stukken land naast rivieren die regelmatig overstroomd worden.
Omdat het geen bezwaar heeft tegen in water verder groeien, wordt het tot de aquatische planten gerekend.
Gebruik Indische schaamteplant in Cambodja
In Cambodja worden de bladeren en gele bloemen van Aeschynomene indica gegeten in salades. De bladeren kunnen ook meegekookt worden met andere groenten, of terecht komen in een wokmix voor bij de rijst.
Daarnaast vormen ze een traditioneel medicijn bij baarmoederbloedingen. In vele andere landen waar het groeit is het een wondgenezend medicijn.
Het helpt om bloed te stelpen, en om een huidwond of innerlijke bloeding te repareren.
Wondhelend effect Aeschynomene indica
In augustus 2018 is voor het eerst onderzoek gedaan naar de wondhelende effecten van Aeschynomene indica.
In de Chinese traditionele geneeskunde is deze plant gebruikt voor wondbehandeling. Uit het onderzoek blijkt dat toepassing van het blad een wond sneller doet genezen en dat de huid mooier geneest met een minder zichtbaar litteken.
Er zijn standaard wetenschappelijke methoden waarmee men iedere plant of middel onderzoekt op wondhelende werking.
Hematoxyline en eosine kleuring werden toegepast om infiltratie van ontstekingscellen, angiogenese, fibroblastproliferatie, collageensynthese, collageenremodellering en het genereren van huidaanhangsels te beoordelen. Angiogenese is het aanmaken van nieuwe bloedvaten, en de andere termen slaan op het aanmaken va nieuwe huidlagen. De huid bestaat namelijk uit meerdere lagen, wat het regeneratieproces tijdens een wond redelijk ingewikkeld maakt.
Daarnaast dient een goede wondhelende plant ook de wond te beschermen tegen invloeden van buitenaf, zodat de wond niet gaat infecteren.
Dit is slechts het eerste wetenschappelijke onderzoek wat is gedaan aar deze veel toegepaste medicinale plant.
Traditioneel gebruik in China
Medicinale planten worden vaak bij meerdere medische problemen ingezet. Dat is in de wetenschap van na 2000 steeds logischer geworden, aangezien men ziet dat oxidatieve stress veroorzaakt door vrije radicalen een grondoorzaak is van alle ziekten.
Daarbij is het wel zo dat specifieke stoffen meer genezend werken voor andere onderdelen van ons lichaam.
Zo is uiteindelijk elke plant goed tegen een andere ziekte, of een reeks aan ziekten. In de Chinese geneeskunde is Aeschynomene indica een medicijn bij:
- Urinewegontstekingen,
- Leverontsteking,
- Dikkedarmontsteking,
- Dysenterie,
- Nachtblindheid,
- Staar en
- Steenpuisten.
Deze medicinale werkingen zijn nog niet bevestigd door onderzoek, alleen door de medische praktijk.
Spermaciden in Indische schaamteplant
De bladeren kunnen worden gebruikt als veevoer, maar dan moeten niet de zaden ermee vermengd worden.
- De zaden zijn toxisch voor . Het leidt tot verlies aan coördinatie, valpartijen of plotselinge dood. Daarom is dit zaad voor de mens eveneens giftig en gevaarlijk.
Het zaad bevat onder andere spermaciden, de wetenschappelijke naam voor spermadodende stoffen.
Dus de zaden zouden potentieel eventueel door mensen in zeer kleine hoeveelheden kunnen gebruikt worden als anti-conceptiemiddel, aangezien de kans groot is dat bij mannen de spermacellen dood gaan.
Maar dit gebruik is niet aan te raden aangezien er meer veilige vormen van anticonceptie zijn, en deze plant is nauwelijks onderzocht.
Niet medische toepassingen
- Het hout van de Aeschynomene indica wordt gebruikt om houtskool te maken. Het hout is de meest lichtste houtsoort die wordt gekend door de mens.
- Dit houtskool werd in vroegere tijden op zijn beurt verpoederd om er kruit van te maken voor vuurwapens.
- Een andere veel gebruikte toepassing is als compost. De bladeren vormen een groene compost over een agricultureel stuk grond.
- Het hout is een beetje kurkachtig en wordt in India gebruikt bij houtsnijwerken met vele kleine details.
- Het hout blijft goed drijven en wordt daarom gebruikt in vlotten en bij visnetten die voor een gedeelte drijven.
Bronnen bij artikel Indische schaamteplant
- Kaartje geografische verspreiding: Thomas Dijkman
- Wondhelend: https://www.readbyqxmd.com/read/30107245/efficacy-of-aeschynomene-indica-linn-leaves-for-wound-healing-and-isolation-of-active-constituent
- Foto's: Wikimedia commons
- Foto bladeren met klein bloemetje: Dinesh Valke
- Foto dwarsdoorsnede stam: RIT RAJARSHI
- Informatie is deels afkomstig uit interviews