Botanische Latijnse naam: Citrullus lanatus semen
Meloenzaad komt meestal uit de zaden van watermeloen. Van watermeloen wordt gedacht dat het oorspronkelijk uit zuidelijk Afrika komt. Thans wordt de vrucht in heel Afrika en menig ander tropisch gebied gekweekt, in verschillende variëteiten.
Naast de watermeloen bestaat er de egushi meloen, ofwel Citrullus colocynthis. Uit onderzoek blijkt dat op vrijwel alle vlakken de watermeloen meer gezondere zaden voor mensen oplevert. Ze zijn gezonder dan zaden zoals die van de zonnebloem.
Citrullis betekent 'fruit' en lanatus betekent 'harig'.
De watermeloen zelf is in het geheel niet harig maar zijn bladeren en steeltjes wel.
Daar slaat deze naam waarschijnlijk op, maar een specialist op meloenengebied zegt dat het gewoon een verkeerde naam is die eigenlijk toebehoort aan de citron meloen Citrullus amarus, maar dat in de naamgeving een foutje is geslopen.
Er wordt vanuit gegaan dat watermeloenen van oorsprong groeien in zuidelijk Afrika, en voor het eerst zijn gekweekt in Egypte, omdat ze staan afgebeeld op de hiëroglyfen. Watermeloenzaad werd meegegeven in graven aan farao's.
Waarschijnlijk kweekten de Egyptenaren de watermeloen om wat te drinken te hebben in droge tijden.
De Grieken hadden veel contact met de Egyptenaren, en zo is de watermeloen in Europa terecht gekomen. De antieke Grieken Hippocrates en Dioscorides, en de Romein Plinius hebben de watermeloen beschreven in boeken.
In de 10e eeuw werd watermeloen in China verbouwd. In die tijd was het in het grootste deel van Europa nog onbekend.
Pas in de 13e eeuw hebben de Moren Spanje veroverd, en brachten ze watermeloenen mee. Daarvoor was de watermeloen blijkbaar nog niet doorgedrongen in dit Iberische, Zuid-Europese land.
De Moren werden weggejaagd uit Spanje, maar de watermeloen bleef.
In het subtropische deel van Spanje kan watermeloen goed groeien, net als in Griekenland en Italië, aangezien de omstandigheden daar vergelijkbaar zijn met zuidelijk Afrika, waar het soms ook wat frisjes kan worden in de winter.
Dat meloenen uit zuidelijk Afrika komen kan goed kloppen, aangezien allerlei afgelegen stammen in Zimbabwe en Botswana nog steeds meloen kweken, niet alleen om het fruit maar ook om de bladeren die als groente worden gebruikt.
De bladeren worden zelfs gedroogd en in die vorm op markten verkocht. Dat geeft aan dat de meloen een vast onderdeel is van de agrarische cultuur in zuidelijk Afrika.
Meloenzaad is in Noord-Europa geen gebruikelijk voedsel, want het groeit er niet goed, maar het is tegenwoordig te koop in menig tropische winkel en internetwinkel, waardoor het toch redelijk makkelijk voorradig is.
Watermeloenzaad is een uitstekende bron van proteïnen, aminozuren en olie.
Het zaad bestaat voor 35% uit proteïne, 50% olie en 5% vezels. Er zitten allerlei mineralen in, waarvan de volgende in redelijk grote hoeveelheden voorkomen: magnesium, calcium, kalium, ijzer, fosfor en zink.
De essentiële vetzuren die erin zitten bestaan voor 90% uit onverzadigde vetzuren en dat is de gezonde vorm van vet, in tegenstelling tot de verzadigde vetten uit goedkope bakoliën die supermarkten ons plegen aan te bieden. Dat zijn ziekmakende transvetten.
De industrie is erg goed in het ombouwen van gezonde zaden tot ziekmakende oliën, en het mag gerust verbazing wekken dat deze uiterst ongezonde praktijken zijn toegestaan in de maatschappij.
In Afrika worden meloenzaden traditioneel gebruikt in een dieet tegen hoge bloeddruk en in een dieetaanpak om diabetes te bestrijden.
Synthetische medicijnen zoals acarbose en voglibose zijn een antidiabetesmiddel doordat ze de enzymen alfa-amylase en alfaglucosidase kunnen beïnvloeden, zodat er meer suikers worden omgezet en de bloedsuikerspiegel verlaagd worden. Echter hebben deze synthetische medicijnen lelijke bijwerkingen zoals lendenpijn, flatulentie, diarree, en ga zo maar door.
Diabetes heeft te maken met verhoogde oxidatieve stress, en synthetische medicatie kan deze stress niet tegengaan, maar de antioxidanten in meloenzaad wel.
Daarom heeft meloenzaad minimaal twee werkingen tegen diabetes mellitus type 2.
Onderzoekers maakten verschillende hydrolysaten van meloenzaad en daaruit blijkt dat zowel de antioxidantwerking als de bloedsuikerspiegelverlagende werking dermate veelbelovend is dat de onderzoekers de hoop en verwachting uitspreken dat een dergelijk meloenzaadhydrolyssaat als nutraceutical kan worden ingenomen om diabetes te bestrijden.
Meloenzaad bevat een hoge antioxidantwaarde. Van alle delen van de meloenplant zitten de meeste antioxidanten in het zaad.
Antioxidanten helpen mee ontstekingen op celniveau, ofwel oxidatieve stress tegen te gaan.
Het blijkt dat meloenzaadolie in staat is om ontstekingen net zo goed te remmen als de synthetische pijnstillende ontstekingsremmer diclofenac.
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de werking tegen maagzweer van meloenzaad. Er is voldoende bewijs om te stellen dat meloenzaad net zo goed tegen maagzweer werkt als het standaard medicijn ranitidine.
Er zijn verschillende parameters die de ernst van een maagzweer in beeld brengen en het blijkt dat de parameters verbeteren als meloenzaad wordt toegediend.
Maagzweer is niet een ziekte die even snel over gaat, soms kan het erg lang duren voordat een maagzweer daadwerkelijk is genezen, daarom is het een goed idee om een ontsteking in de maagwand te bestrijden met voedsel, aangezien medicijnen gebruiken te veel bijwerkingen heeft, zoals het veroorzaken van oxidatieve stress, waardoor in feite een oorzakelijke factor wordt geschapen om het risico op maagzweer te verhogen.
Meloenzaad kan een door alcohol beschadigde lever weer herstellen.
Onderzoekers zien dat allerlei parameters die gepaard gaan met een verminderde leverwerking verbeteren door inname van meloenzaad.
In een onderzoek werd ethanol gegeven aan muizen, wat voor oxidatiestress zorgt, vooral in de lever.
Ethanol is een stof die nauw verwant is aan alcohol en de schade die het veroorzaakt is goed vergelijkbaar.
De onderzoekers noemen daarom meloenzaad een leverbeschermend middel.
Aangezien er vele stoffen zijn die de lever kunnen beschadigen zoals suiker, medicijnen en milieuvervuiling, is het belangrijk om leverbeschermende stoffen in te nemen, niet alleen bij alcoholge- of misbruik.
De onderzoekers raden daarom aan om vaker meloenzaad te eten.
Een ander onderzoek ziet dat zowel meloenzaadolie werkt tegen leverbeschadiging.
Dit blijkt net zo goed te werken als het standaardmiddel silymarine, gewonnen uit mariadistelzaad.
Overigens is er een verschil tussen een stof en een heel product zoals meloenzaad, en is het zo dat mariadistelzaad sterker werkt dan de werkzame stof silymarine, door de synergische werking, stoffen in mariadistel versterken de werking van silymarine.
Het werkt tegen de pathogene organismen Escherichia coli, Staphylococcus aureus, Pseudomonas aureginosa, Bacillus subtilis en Proteus vulgaris en daarnaast heeft het een werking tegen de schimmels Aspergllus nigar en Candida albicans.
Uit een onderzoek blijkt dat er fytinezuur, oxalaten en tanninen in meloenzaad zitten.
De onderzoekers noemen dit antinutriënten, hoewel andere onderzoekers de geneeskrachtige werkingen van vele verschillende soorten tanninen hebben beschreven.
Ook fytinezuur bezit een antikankerwerking, en kan als een nutriënt worden beschouwd, het ligt maar vanuit welk perspectief het bekijkt.
De onderzoekers zien dat tanninen en fytinezuur zich binden aan mineralen en daarom niet opgenomen kunnen worden, wat overigens niet echt een giftige eigenschap is maar alleen tot gevolg zou hebben dat er minder nutriënten worden opgenomen.
Dan zijn er nog oxalaten. Nu is aangetoond dat als oxalaten geconsumeerd worden samen met calcium, deze niet tot allerlei kristallisatie van stoffen in de nieren kan leiden, ook wel nierstenen genoemd, en ze dus niet slecht zijn voor de nieren.
Toch willen we deze stoffen niet te veel innemen, hoewel we er ook niet bang voor hoeven te zijn. In de praktijk zullen fytinezuur, oxalaten en tanninen van meloenzaad niet vaak gegeten worden.
Meloenzaden zijn zeer klein en worden bijna nooit rauw gegeten. Het blijkt dat roosteren en koken van meloenzaad genoeg is om de molecuulstructuren van zowel oxalaten, fytinezuur als tanninen te doen afbreken,
Geroosterde zaden op een salade doen is niet alleen lekker, maar kan derhalve ook een nutritieve functie dienen. Door het kort verwarmen raken de nutriënten makkelijker opneembaar, iets dat in feite geldt voor alle voedingsstoffen.
Lees verder:
Laatste update
5-12-2023
Kies hieronder waarover je vandaag wilt lezen
Rudolf Steiner: "Wetenschap wordt spiritueler en spiritualiteit wetenschappelijker."
Voeding en spiritualiteit zijn vormen van licht
De inhoud die hier wordt weergegeven kan niet worden weergegeven vanwege de huidige cookie-instellingen.
Deze website kan inhoud of functies aanbieden die door derden op eigen verantwoordelijkheid wordt geleverd. Deze derden kunnen hun eigen cookies plaatsen, bijvoorbeeld om de activiteit van de gebruiker te volgen of om hun aanbiedingen te personaliseren en te optimaliseren.
Deze website maakt gebruik van cookies om bezoekers een optimale gebruikerservaring te bieden. Bepaalde inhoud van derden wordt alleen weergegeven als "Inhoud van derden" is ingeschakeld.